Karien (34)

Mijn vorige column is te lang geleden. Dat weet ik en het was hele bewuste struisvogelpolitiek. Ik ben even helemaal klaar met dat reflecteren, klaar met het vinden van levenslessen, met het zien van het negatieve en dat omdraaien naar het positieve. En daarnaast voel ik mij hier in deze column niet meer op mijn plek. Ik heb het gevoel dat het te goed met me gaat voor de zware verhalen, maar daarnaast nog niet goed genoeg voor de wereld daarbuiten. Het spreekwoord ‘te groot voor servet, te klein voor tafellaken’ krijgt opeens betekenis. Ik heb op verzoek geprobeerd wat meer te schrijven over de zwaarste fase maar het klopt niet. Alsof ik moet bewijzen hoe slecht ik er aan toe ben geweest, terwijl het nu nog steeds regelmatig zwaar genoeg is. En dus wil ik deze column eigenlijk als afsluiting zien. Om mede te delen dat ik deze ruimte wil geven aan de zwaardere verhalen die deze plek misschien wel meer verdienen dan mijn verhaal. Die misschien wel meer gewenst zijn.

Maar terwijl ik daar mee bezig ben denk ik aan een berichtje op mijn Instagram van vorige week. De strekking is dat iemand zich verbonden voelt, vertelt hoe het met haar gaat, waar ze tegenaan loopt. Dat ze soms het spoor gewoon even bijster is en ondanks alle support om haar heen niet goed weet wat ze moet. En dat ze dus eigenlijk gewoon graag wil weten hoe het met mij gaat en waar ik in mijn proces ben. En dan denk ik weer: ja zie je wel, er zijn meer mensen als ik. De grote groep middenmoters: niet meer ziek genoeg om het van hun gezichten af te lezen, nog niet fit genoeg om mee te doen in de doordenderende maatschappij. De groep die de overlevingsfase achter zich heeft gelaten maar de donkere periode nog in haar nek voelt hijgen. De groep die wéét dat het wat beter gaat, maar nog elke dag voelt hoe kwetsbaar het is.

Ik hoop dat die groep zich blijft herkennen in mijn verhaal. Het herkent als ik zeg dat het me soms nog steeds zo ongelooflijk kan overvallen en dat het me nog steeds elke dag beïnvloedt. Die het herkent als ik zeg dat ik heel graag gewoon blij ben dat het steeds wat beter gaat maar veel vaker bang of onzeker ben. De groep die stiekem knikt als ik zeg dat ik me misschien soms wel schaam voor mijn verdriet.

De groep die moe is. Die het grootste deel van de strijd gestreden en gewonnen heeft maar niet sterker is geworden. De groep die weet dat de quote ‘what doesn’t kill you makes you stronger’ niet waar is. Die verdriet voelt, en uitputting en pijn, waarvan een deel misschien wel altijd blijft. En dat mogen wij gaan erkennen als een hele lange en belangrijke fase in herstel. Het bloeden is gestopt, de wonden zijn we aan het likken, de littekens zullen zichtbaar worden. ‘What doesn’t kill you makes you more resilient’ (wat je niet doodt, maakt je veerkrachtiger). En dus gaan we door, tot de volgende keer.

Elke maand neemt Karien ons verder mee in haar leven met Long Covid. Ben je benieuwd wat ze nog meer te vertellen heeft? Volg haar dan op Instagram @ka_revalidatie.

Steun ons

Er moet meer perspectief komen voor mensen met Long Covid. Steun ons belangrijke werk!

Gezichten achter Long Covid