Helpt vaccinatie tegen post‑COVID?
Over het geheel genomen lijkt vaccinatie het risico op post‑COVID te verkleinen. Dat komt ten eerste doordat gevaccineerde mensen minder vaak COVID‑19 krijgen; minder infecties betekent automatisch minder kans op langdurige klachten. Maar ook wie ondanks vaccinatie toch besmet raakt, lijkt gemiddeld genomen een kleinere kans op post‑COVID te hebben dan iemand die niet is gevaccineerd. Dit beschermende effect neemt toe naarmate iemand meer vaccinaties heeft gehad. Mogelijke verklaringen zijn een sterkere en gerichtere afweerreactie en een kleinere kans op de vorming van auto‑antilichamen. [2]
Er zijn ook meldingen van mensen die na een vaccinatie klachten kregen die lijken op post‑COVID. Volgens de literatuur gaat het echter om zeer kleine aantallen. [3]
Vaccineren als je al post‑COVID hebt
Mensen met post‑COVID behoren niet automatisch tot de doelgroep die een uitnodiging ontvangt. Twee eerdere studies vonden gemiddeld geen duidelijk effect van vaccinatie op bestaande klachten, al kwam verbetering vaker voor dan verslechtering. [4,5] In twee later verschenen studies nam de ernst van de klachten wél af na vaccinatie, met positieve effecten op o.a. sociale, professionele en gezinsleven. [6,12] Alles bij elkaar wijst het huidige bewijs eerder op een gunstig dan op een nadelig effect van vaccineren bij bestaande post‑COVID. In de praktijk zien we dat ernstig zieke patiënten de bijwerkingen van een vaccinatie soms sterker voelen. Ze hebben niet per se een groter risico op een terugval, maar de effecten kunnen harder aankomen omdat zij minder lichamelijke reserve hebben. Daarom is het belangrijk om in de dagen rond de vaccinatie een goede balans te houden tussen activiteiten en rust, om verergering van klachten zoveel mogelijk te beperken.
Een praktische overweging is dat een herinfectie bestaande klachten kan doen terugkeren of verergeren. Daar is nog beperkt onderzoek naar, maar het sluit aan bij wat veel patiënten ervaren. Omdat vaccinatie de kans op (her)infectie verlaagt, kan zij indirect ook het risico op verslechtering verminderen. De keuze blijft persoonlijk. [1]
Kinderen en vaccinatie
Over kinderen weten we minder dan over volwassenen. In een grote Britse vragenlijststudie onder ruim 12.000 kinderen van 11–17 jaar werd geen verschil gevonden in klachten passend bij post‑COVID tussen wel en niet gevaccineerde kinderen. [7] Tegelijkertijd wijzen verschillende retrospectieve studies in de richting van een beschermend effect van vaccinatie op het ontstaan van post‑COVID. Dat effect was sterker bij adolescenten dan bij jongere kinderen en nam af naarmate de laatste prik langer geleden was. [8–11] De meeste kinderonderzoeken zijn uitgevoerd vóór de opkomst van de Omikronvariant. Over het effect van vaccinatie op bestaande klachten bij kinderen is nog geen duidelijkheid.
Vaccinatie bij naasten van iemand met post-COVID
Sommige naasten overwegen vaccinatie om hun familielid met post-COVID te beschermen. Over de effecten hiervan is in de literatuur nog weinig bekend. Wel geldt, net als bij vaccinatie ter preventie in het algemeen, dat vaccinatie de kans op COVID-19 verkleint en daarmee ook de kans om anderen, waaronder een naaste met post-COVID, te besmetten. Aangezien een nieuwe infectie bij iemand met post-COVID een verergering kan uitlokken, zou vaccinatie van naasten indirect kunnen bijdragen aan het verkleinen van die kans. Dit effect is echter zeer indirect en theoretisch, waardoor het uiteindelijk een persoonlijke afweging blijft.
Dit artikel is opgesteld door het team dat zich richt op kennisdeling binnen PCNN, in samenwerking met de Raad Kennisdeling. Lees hier meer over kennisdeling door PCNN.
Bronnen
1. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Coronaprik – algemene informatie. Beschikbaar op: https://www.rivm.nl/corona/coronaprik. Geraadpleegd 7 okt 2025.
2. Clinical Microbiology and Infection (website). Artikelcode S1198-743X(25)00367-2. Beschikbaar op: https://www.clinicalmicrobiologyandinfection.org/article/S1198-743X(25)…. Geraadpleegd 7 okt 2025.
3. Immunological and Antigenic Signatures Associated with Chronic Illnesses after COVID-19 Vaccination. medRxiv (preprint via C-support-verwijzing). Beschikbaar op: https://www.c-support.nu/langdurige-klachten-na-vaccinatie (linkt naar medRxiv). Geraadpleegd 7 okt 2025.
4. ScienceDirect. Artikelcode S088915912300079X. Beschikbaar op: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S088915912300079X. Geraadpleegd 7 okt 2025.
5. ScienceDirect. Artikelcode S0264410X23001342. Beschikbaar op: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0264410X23001342. Geraadpleegd 7 okt 2025.
6. BMJ Medicine. “e000229”. Beschikbaar op: https://bmjmedicine.bmj.com/content/2/1/e000229. Geraadpleegd 7 okt 2025.
7. Archives of Disease in Childhood. “108/4/289”. Beschikbaar op: https://adc.bmj.com/content/108/4/289.long. Geraadpleegd 7 okt 2025.
8. EClinicalMedicine (The Lancet). Artikelcode PIIS2589-5370(23)00138-4. Beschikbaar op: https://www.thelancet.com/journals/eclinm/article/PIIS2589-5370(23)0013…. Geraadpleegd 7 okt 2025.
9. Pediatrics. Artikel “e2023064446”. Beschikbaar op: https://publications.aap.org/pediatrics/article/153/4/e2023064446/196419. Geraadpleegd 7 okt 2025.
10. JAMA Network Open. Beschikbaar op: https://jamanetwork.com/journals/jamanetworkopen/fullarticle/2830556. Geraadpleegd 7 okt 2025.
11. Archives of Disease in Childhood. “108/7/e12”. Beschikbaar op: https://adc.bmj.com/content/108/7/e12.long. Geraadpleegd 7 okt 2025.
12. Journal of infection, beschikbaar op: https://www.journalofinfection.com/article/S0163-4453(24)00341-4/fulltext