Jan (57), cardioloog: “Ik weet niet waar ik uitkom. Kan ik straks nog sporten? Of nog werken? Of ben ik straks een chronische longpatiënt? We weten heel veel nog niet.” Er is nog weinig bekend over het coronavirus en de langeretermijngevolgen voor patiënten die herstellen. Jan is een van hen en deelt hier zijn verhaal.
“Hoewel ik dokter ben, ben ik compleet verrast door het virus. Ik had niet gedacht dat ik zo ziek kon worden. Ik ben jong en sportief, ik rook niet en er zijn geen risicofactoren. Toch heb ik gevochten om niet aan de beademing te komen liggen.”
“Mijn toestand was zo slecht dat beademing eigenlijk nodig was. Ik kende de slechte overlevingskansen van mensen die aan de beademing lagen in Italië. De verwachting was dat ook in Nederland nog vijftig procent zou overlijden. Toen had ik al drie weken gestreden en was acht kilo lichter - ik had geen reserves meer. Ik zou dus zeker bij de slechte groep horen. Dat moest ik voorkomen.”
“Inmiddels had ik al drie weken mijn kinderen niet gezien omdat ik thuis in quarantaine lag. Toen ik opgenomen werd, lagen ze nog te slapen. Toen dacht ik: als ik in slaap word gebracht, word ik misschien nooit meer wakker. Dan hebben mijn kinderen geen afscheid kunnen nemen en ik ook niet. Dat was heel beangstigend.”
“Op een dag stuurde mijn zestienjarige zoon me een filmpje van het kampioenschap van PSV in 2015/ 2016. PSV werd op de laatste dag kampioen terwijl niemand een cent voor hun kansen gaf. Dus ook al geeft niemand nog veel voor mijn kansen, er is wel vertrouwen in mij. Dat gaf mij kippenvel ik en dacht: als jij zo veel vertrouwen en hoop hebt dat ik er weer bovenop kom, dan stel ik je niet teleur. En dan kun je weer even vechten.”
“Wanneer ik mijn tanden poetste, daalde mijn saturatie ondanks maximale zuurstof onder de zeventig procent. Om te overleven ben ik toen maar gestopt met tandenpoetsen. Hetzelfde gebeurde wanneer ik at, dus heb ik alleen Nutridrinks gedronken om op kracht te blijven.”
Gelukkig kwam na negen dagen opname de ommekeer: de koorts daalde en mijn zuurstof ging omhoog. Vijf dagen later mocht ik naar huis.
“Nu heb ik nog veel last van kortademigheid. Als ik loop of te veel praat, moet ik naar adem happen. Uit mijn saturatiemeter blijkt mijn zuurstofgehalte nog rond de 91 procent te liggen. Daarom heb ik een longfoto laten maken en die zag er een stuk slechter uit dan de foto die is gemaakt toen ik werd opgenomen. Daar schrik ik wel van - is dat een restverschijnsel of begint er al fibrose op te treden? Ik ben al twee weken thuis zonder koorts, maar heb nog een lange weg te gaan. En ik weet niet waar ik uitkom. Kan ik straks nog sporten? Of werken? Of ben ik straks een chronische longpatiënt? We weten nog heel veel nog niet. Ik ga er in ieder geval alles aan doen om beter te worden. Gelukkig ben ik er nog. Daar ben ik dankbaar voor.”
“Ik deel mijn ervaringen zodat er een beter beeld kan ontstaan over de behoeften van mensen na deze ziekte. Ik hoop ook dat het mensen motiveert hun klachten serieus te nemen en zich aan de anderhalvemetergrens te houden.”
Dit interview is afgenomen op 22-4-2020.